Visreis midden Noorwegen Sjostuer 2019
Sjostuer juni 2019
Eind juni vertrokken we hier uit Antwerpen met drie man met als bestemming Sjostuer, zo’n 500 km boven Oslo.. We keken hier al lang naar uit, eigenlijk stond het afgelopen half jaar alles in het teken van deze reis. Ik denk dan vooral aan de Cordes Traveldag, het bezoek aan diverse hengelsportzaken, met als topper de opendeur bij Robby Fish in Wommelgem, het smelten van lood en het gieten van pilkers, en ook het bezoek bij Raffie en Linda thuis in Colijnsplaat voor advies op maat.
En dat advies was zeker nodig voor Piet en mezelf, voor wie het de eerste keer vissen in Noorwegen zou worden. Wij hadden enkel nog maar materiaal voor haring, makreel en platvis op de Noordzee, dus ja, advies was welkom. Dit in tegenstelling tot het derde lid van onze groep, Kristiaan, bijgenaamd de Super Pesce (van de Noordzee dan toch). Hij is een ervaren rot als het op Noorwegen-vissen aankomt en is ook diegene die ons al jaren warm loopt te maken voor dit type reis. Elk jaar na zijn vakantie kregen we wel de foto’s te zien van zijn vangsten. Elk moment dat er over gesproken kon worden, begon hij er over. Wel nu, hij is in zijn opzet geslaagd en kon ons eindelijk eens zijn viskunsten in het Noorden laten zien. De aanhouder wint, zegt men.
Na een voorspoedige reis naar Kiel, namen we de overzet van Colorline naar Oslo. Super gegeten op deze boot en ook nog eens goed kunnen uitrusten met een magnifiek zicht. Na een welverdiende nachtrust ook nog eens goed kunnen ontbijten, om dan Noorse bodem op te rijden. Zover waren we al. Het buitenrijden van Oslo ging vlot ( op een controle door de douane van de meegebrachte alcohol na), en de eerste kilometers autostrade ook. Maar dan kwam er toch wel een minder stuk om te rijden, gelet op de werken die daar bezig waren. Uiteraard hadden we hier de nodige kritiek op, gelet op het feit dat wij in België een piekfijn wegennet hebben. Het uitzicht tijdens het rijden maakte veel goed en hier genoten we dan ook met volle teugen van. En moesten we nog een terugkomen, dan zijn de wegen beter. Toekomstgericht die Noren. Na een mooie rit van een kleine dag, zagen we ze dan eindelijk: de rode huisjes aan het water. Schitterend zicht, een baai op het uiteinde van de fjord, vol ganzen, reigers en eidereenden. We maakten kennis met “buren” voor de komende week, een trio Duitsers en een duo Bulgaarse Duitsers. Ze waren er allemaal al een dag vroeger aangekomen en waren reeds uitgevaren. De eerste vangstberichten sloegen dan ook tegen, alsook de weersvoorspelling: wind.
Onze gastheer Marco arriveerde ook met zijn vrouw, Anita. Alles werd keurig uitgelegd en op nog extra kaarten werden visstekken aangeduid. Ook werden de houding en minimumafstanden ten opzichte van de fishfarms uitgelegd. We pakten onze spullen uit. Het was ondertussen tegen 23 uur, maar zoals altijd rond die periode in het Noorden, nog klaar licht. We sprongen dus in de boot en voeren uit.
En jawel, ondanks de slechte vangstberichten was het die eerste avond reeds prijs. Onze ervaren rot Kristiaan trok er vrij snel een kabeljauw van 12 kg naar boven, en dit vlak tegen de kant op 30 meter diepte in de fjord. Verder volgden er die avond nog een aantal polakken en lengs door Piet en mij. De druk was van de ketel. Piet en ik hadden de eerste avond al grotere vissen gevangen dan dat we ooit gezien hadden op de Noordzee. We dachten dat Kristiaan bescheiden zou blijven gelet op zijn eerdere ervaringen veel Noordelijker en dus groter, maar dat was verkeerd gedacht. Een oerkreet, die we gewoon waren van op de Noordzee, weergalmde door de fjord. De plaatselijke bevolking dacht waarschijnlijk dat er viking in dat bootje zat in plaats van in de gebrukelijke snek. Hij moest het toch ook nog eens melden aan de gastheer, en aan de buren. Het gevolg: de dag erna zaten de buren en de huurders van andere huisjes allemaal te vissen op die plek. Maar helaas voor hen, geen kabeljauw meer te bespeuren.
De komende dagen probeerden we de open zee, maar moesten deze poging toch snel staken na hevige wind en bijgevolg dito golven. We vingen wel een aantal gigantische makrelen, wat kleine koolvis, leng, een schelvisje en een paar verdwaalde roodbaarzen op een diepte van 80 meter. Dus wat betreft de soorten hadden we al wel wat gezien. We hadden ook kennis gemaakt met “de draad”, een of andere kabel die op de bodem liep van de fjord en waarop zich allerlei kwalachtige en eivormige organismes genesteld hadden met als specialiteit het vasthechten op draad, haken, pilkers en ander kunstaas.
En toen gebeurde het, opeens waren ze daar, en ze gingen niet meer weg de komende twee dagen. Een gigantische school koolvissen met aanzienlijke lengtes van een halve meter tot juist onder de meter was de fjord binnengezwommen en kwam de fishfarms wat lastig vallen. Maar dat was dan toch buiten ons gerekend. We vingen hier de ene koolvis na de andere, en dit twee dagen lang. Onze quota waren zo snel bereikt, en onze persoonlijke records (voor Piet en mij dan toch) que lengte en gewicht sneuvelden elk moment opnieuw. Ik kan persoonlijk zeggen dat ik Raffie zijn raad had opgevolgd en met een pilker met een staande lijn aan het vissen was. Dit was echt sport, krijg ze maar boven zo vier van die kastaars op hetzelfde moment. Ik was dus ook blij met de aanbevelingen qua hengel, molen en draad. Deze zijn ruimschoots zwaar uitgetest en goed bevonden. Prachtig gewoon en wat een gevoel om met volle bakken vis terug te komen. Tja het kuisen was er minder aan, maar de blikken van de buren maakten dit ruimschoots goed. Een ander pluspunt aan het kuisen van de vis, was het wegwerken van de visafval. We namen dit, zoals het hoort, terug mee aan boord om dan ergens in de fjord te kieperen voor de kreeften, krabben en andere bodembewoners. Maar het afval heeft de kans niet gehad om de bodem te bereiken. Hier zorgden een troep meeuwen, maar vooral twee grote zeearenden voor. Een prachtig schouwspel dat we, mits de nodige uitlokking, zo goed als dagelijks konden aanschouwen.
Omdat we onze quota toch bereikt hadden, konden we de komende dagen ons toeleggen op het vissen met verfijnder materieel, dieper, gerichter op bepaalde soorten. En ok, er werd nog een mooie schelvis gevangen, maar toch werd er snel terug overgeschakeld op de vertrouwde pilker. Hiermee waren de vangsten nu eenmaal beter.
We brachten ook nog een bezoekje aan Kristiansund, omdat een bezoekje aan de Vinmonopolet zich opdrong. Triestig weer maakt er hier toch een triestig stadje van. We waren wel verbaasd hoe groot de fuiken waren die je er kon kopen. En later hoorden we dat de lokale bevolking hier vaak mee vist. Verder verbaasden we ons over het grote aantal Chinese restaurants in dit stadje. Terug thuis viel het ons op dat de buren allebei aan het bbq’en waren op een gelijkaardig type bbq. Wij dus gaan zoeken, maar wij hadden er geen. Ze hadden hun bbq van thuis meegebracht, met de nodige brandspiritus. Dat ging lekker naast die mooie houten huisjes. Toen ze gedaan hadden met bbq’en gingen ze binnen eten, en dronken wij koffie op ons terras. Met aan de overkant van de baai vijf grote herten die aan het grazen waren, en op de baai een fuut die zijn kuikens leerde duiken. Prachtig.
En toen kwam de terugzit. We hadden het huisje en de boot in perfecte staat achtergelaten volgens Marco en zijn vrouw. De boot hadden we wel wat opmerkingen over, maar met onze Belgische bescheidenheid hebben we hier onze vakantie niet laten door verknallen. Overtocht tussen Oslo en Frederikshaven met Stenaline trok een ander publiek dan de eerste overtocht, maar was zeker niet minder amusant. Ook hier goed gegeten en gedronken, goed gelachen met andere Belgen, niet toegegeven aan de avances van dames, en goed uitgerust voor de rit van Denemarken naar Antwerpen. In Denemarken schrokken we ons rot, de diesel was hier duurder dan in Noorwegen. Verder nog een aantal uur verloren met een file rond Hamburg en werken rond Eindhoven, maar toch goed thuis geraakt. En de filet was nog bevroren, 20 kg de man!
Bedankt Raffie en Linda voor die piekfijne planning, uitleg en voorbereiding, maar op één puntje zullen we toch verschillen; de pilker vangt beter dan de Sandeel, toch zeker in deze contreien.
Arnout,
Namens het Federaal Fidea Fishing team