Visreis Noorwegen, visvakantie IJsland, visreizen & overtochten

Visreis Noorwegen Lofoten

Visreis Noorwegen Lofoten

Penn Nappstraumen Festival

10 tm 17 mei 2023

Twee Limburgers, een Hollander en een Antwerpenaar zitten in een bootje op de Noorse zee: het zou zomaar het begin van een halfbelegen mop kunnen zijn, ware het niet dat Leendert en zoon Melvin, schipper Anthonie en ikzelf (Johan) het ergens begin maart 2022 een prima idee vonden om  deze grap toch eens uit te proberen en samen het Penn Nappstraumen Festival Lofoten onveilig te  maken…
En zo stonden we op een mooie woensdagavond in mei in het wonderbaarlijk mooie Nappstraumen na een wel heel vlotte heenreis. Met ons dertigen zouden we de Noorse kabeljauwen, koolvissen en uiteraard de heilbotten achter de vinnen gaan zitten, hierbij geholpen door visgidsen Calle en Kristian, en uiteraard Raffie en Linda Cordes, die samen met Willy in het grote huis (met zicht op de boten) verbleven. De visgroep verbleef in de nieuwe huisjes: zéér gerieflijke “Rorbuers” met vier slaapkamers, badkamer met douche en toilet plus nog een badkamer op de eerste verdieping, een mooie open keuken en lekker veel zitplaats. Vanaf het terras heb je een prachtig zicht over het Napp-fjord.

Na het winkelen en een eerste kringgesprek werden de boten (vette Aronets van dik zeven meter lang en met honderdvijftig zeepaardjes achteraan) alvast ingeladen met hengels en kunstaas om ’s anderendaags niet te veel tijd te verliezen: iedereen was er uiteraard op gebrand om zo snel mogelijk die eerste vis in de boot te kunnen leggen. We sloten de dag af met een portie echt huisbereid Belgisch stoofvlees (met blauwe Chimay) en een paar groene (Hansa) of blauwe (Isbjørn) blikjes Noorse pils.  Goh, wat hadden we het slecht…

Donderdagmorgen: niks geen snoozen – klap op de wekker en uit de veren!  Alleen… wat was dat biljartvlak zeetje plots naartoe?  Een toch wel pittige bries blies vanuit het zuiden over de Napp. Pannetje spek met eieren klaargemaakt want we zouden wel eens flink wat energie nodig kunnen hebben (en anders verzon ik wel een ander goed excuus). Terwijl de meeste groepen naar de zuidkant trokken, zetten wij koers naar de – iets woeligere – noordkant, gevolgd door de groep van onze sympathieke buren (An, Wim, Mario en Johan). Toch maar eerst even de kat uit de boom kijken: veiligheid voor alles en we besloten om voorlopig niet helemaal door te steken maar in de buurt van het vuurtoreneilandje te blijven omwille van de wind.  Dat leverde ook nog eens vis op – geen kneiters en geen massa’s maar er kwam met zekere regelmaat een kabeljauw en koolvis aan de – voor hen – verkeerde kant van het water.

De wind nam wat af en onze moed wat toe: nu konden we op een verantwoorde manier het fjord wel helemaal uit. Aangekomen op de stek verwisselde ik mijn banaanpilker voor een Crazy Daisy met curly-tail, liet hem zakken tot die de bodem raakte, draaide hem een slag op en voelde meteen dat deze gepakt werd.  Een klein gevecht later mocht een heilbot van 125 centimeter – nu ja – vrolijk mee op de foto.  Lachen naar het vogeltje en vervolgens weer zwemmen. Le bateau van Mario kreeg het intussen wat lastig met toch redelijk wat golfslag in de zij en liet weten dat ze naar iets minder woelig water trokken.  Wij gepekelde zeebonken gingen stug en vooral tegen beter weten in door, maar kregen geen vis (die naam waardig) meer te zien.

Op het moment dat we wilden gaan kijken of we misschien ook niet beter een andere stek zouden zoeken, liet Mario via de radio weten dat ze in de baai én rustig lagen, én ook nog eens dik in de vis zaten.  Dat scheelde weer vaartijd (en benzine) en dankbaar verkasten we hun richting uit. Het duurde niet lang of we waren weer kabeljauwen aan het kietelen. Anthonie kreeg zowaar ook nog een heilbot te zien die zijn deadbait volgde maar niet wilde toehappen. Héél jammer want het was een stevige mevrouw. We trokken stilaan weer richting het fjord om daar eerst opnieuw een aantal heilbot hotspots aan te doen.  Vis leverde dat niet echt meer op maar wél een aantal mooie foto’s van een clubje zeearenden die onze aasvis duidelijk meer konden appreciëren dan de vis die onder onze boot zat.

Op vrijdag namiddag stond visgids Calle ingepland. Hij zou met onze buren naar de zuidkant trekken en rond de middag bij ons op de boot stappen. We volgden eerst dezelfde routine als donderdag: eerst aasvis zoeken (en vangen). Daarmee konden we dan het fjord uitpeuteren tot we aan de zuidkant uitkwamen. Vis leverde dat niet echt op – dat het opnieuw stevig waaide, hielp ook niet.
Eenmaal aan de zuidkant gingen we op jacht naar de te verwachten (grote) koolvis maar die werd slechts sporadisch gevonden.

De uitspraak “taaie visserij” is herhaaldelijk gebruikt – meestal is het een eufemisme voor “er valt hier geen **** te vangen” maar dat zou de waarheid geweld aandoen.  We hebben zeker vis gevangen maar ze sprongen niet vanzelf in de boot.  Je moet er wat voor over hebben. Na de boterhammetjes sprong Calle bij ons in de boot met het plan om van zuid naar noord terug te varen en de heilbotstekken aan te doen.  Aan zijn enthousiasme zal het niet gelegen hebben (Calle is dan ook a jolly good egg die ik erg graag mag) maar de botjes zagen hem volgens mij al van ver komen. Uiteindelijk zijn we opnieuw gaan vissen aan de binnenkant van de noordzijde en daar was het wel raak.  Leen slaagde er met zijn goochelstok in een heilbot van negentig centimeter boven water te toveren en ikzelf kreeg een run op de deadbait maar helaas zonder succes. Dikke high-five voor Calle!

Op zaterdagmorgen zag ik zowel buiten als binnen witte koppen.  Nadat ik mijn bril had opgezet, bleken die van binnen gewoon Leen en Anthonie, maar die van buiten waren van minder goede wil: het pittige briesje van de voorbije dagen was aangetrokken tot een stevig windje. Nu is het in Nappstraumen zo – en dat zeggen we op élke Cordes Travel Dag – dat je negentig procent van de tijd kan vissen.  Dat is ook niet gelogen – alleen had ons groepje niet veel zin om tegen de natuurelementen te gaan vechten. Andere groepen waren duidelijk dapperder dan wij (of gewoon gekker?) en waagden toch hun kans.

Na het ontbijt eerst even een praatje gaan maken in Casa Cordes en dan bedenken: “Hé, we kunnen natuurlijk altijd eens wat garnalen in het water gooien. Als we daar een haakje in stoppen en een mooie onderlijn achter hangen, kunnen we die ook eens naar een pladijs gooien. ”Pladijs is schoon Vlaams voor de Nederlandse “schol” (en schol is dan weer schoon Vlaamse voor “proost!”).  Plaats genoeg op de steiger.

’s Middags dronken we ons wat moed in (sterke zwarte koffie) en Anthonie en ik gingen op wandel naar de Lofotenbrug (waar Melvin en ik de dag daarvoor een paar wulpen hadden zien vliegen).  Behalve van vissen houden wij namelijk ook van gevogelte. Behalve heel veel meeuwen leverde dat toch wat scholeksters, een blauwe reiger en zowaar een kleine tureluur op.  Over de hele reis konden we behoorlijk mooi en veel pluimvee spotten: zeearenden, Jan-van-Genten, witte kwikstaartjes (in het kamp), (middelste) zaagbek, alken en zeekoeten en zowaar één papegaaiduikertje! Eén vogel hebben we niet kunnen herkennen: wit, luidruchtig en druk bovenop de berg achter het kamp – klonk wat fazanterig maar we zullen nog eens moeten terugkomen om hem beter te determineren. Doet Cordes Travel ook vogelreizen?

De wind nam tegen de avond toch wat af en dan weet je dat er gewoon toch gevist gaat worden: vijf minuten nadat het laatste vorkje was geprikt, werd de motor gestart en trokken we er alsnog op uit. Wel handig dat het in mei al bijna de hele dag licht blijft zodat je tot tien uur kan vissen zonder dat het donker wordt. Monsters werden er niet meer gevangen maar rond het vuurtoreneilandje was het eigenlijk aangenaam vissen.

Op zondag hebben we nog even getwijfeld of we naar de mis zouden gaan om een voorspoedige vangst af te smeken maar dat hebben we toch maar niet gedaan.  Bleek ook niet nodig: we konden mooi het gat uit en de noordkant afvissen, wat een aantal heel mooie koolvissen opleverde én een PR voor Melvin met een dikke gul van boven de meter. Ikzelf blijk nog steeds heel veel aanleg te hebben voor “ding dong” – een vis die normale mensen “lom” noemen. Heel erg lelijk zodra ze uit de puberteit zijn, glad als een paling en met wat pech pakken ze ook alle drie haken van je dreg zodat terugzetten ook nog eens een uitdaging wordt.

Ik had er zes (je moet natuurlijk wel wat kunnen vissen) en kroonde mezelf tot dingdongking, Melvin en Leen deden lang haasje-over voor het zilver (maar bleven beiden op vier stuks hangen) en Anthonie kreeg ze maar niet gevangen. Tijdens het terugvaren kwam er opnieuw een grote zeearend langsgevlogen die alweer zag dat we een vers visje aanboden: hij zette de handrem op, maakte een u-turn en met gestrekte poten viste hij dat beestje uit het water op geen vijftien meter van onze boot. Hoe mooi kan je een visdag afsluiten!?

Maandag kregen we voor de middag nieuwbakken visgids Kristian mee. Tof kereltje: piepjong smal ventje maar meer ervaring dan wij vier samen (en ik denk te mogen zeggen : met de rest van het kamp).  Om zes uur rammelde hij de motor in gang en hobbelden we over een relatief vlak zeetje weer naar de noordkant en vandaar naar het zuidwest, gevolgd door Mario en de zijnen.  Of Kristian weet wat hij doet?  Geen twijfel aan: een koolvis van 114 centimeter voor Leen en een van 117 (seizoensrecord tot dan toe!) voor Melvin.

Deze telden niet mee voor de wedstrijd wegens visgids aan boord. We hebben nog geprobeerd hem (de visgids) in het water te flikkeren maar hij bood nét iets te veel weerstand. Het bleek de beste voormiddag van de hele trip: ook aan kabeljauw geen gebrek en we konden een paar mooie exemplaren meepakken voor de pan. Nadat Kristian bij Mario op de boot was gestapt, vaarden we alvast een klein stukje terug naar een spot achter een eilandengroepje waar volgens Calle de kans op grote kabeljauw én heilbot groot was (en waar mijn maatje Jurgen twee jaar geleden een hele mooie heilbot wist te vangen).  Ook daar kwam mooi vis uit én ik liet mijn gouden kroon harder blinken door op zestig meter diep opnieuw een lom te strikken. Hail to the King, baby!

Met de laatste aasvissen hebben we dan nog de stekken rond de vuurtoren aangedaan maar daar bleef het stil. Ook de scholstek vlakbij de voordeur leverde niets meer op (toch eens proberen die garnalen mee te pakken op de volgende trip) en na twaalf uur op zee zetten we afgeput en uitgepeigerd weer voet aan wal. Zelden zo stikkapot geweest: héérlijk!

Dinsdag laatste visdag.  Nadat we collectief een traantje weggepinkt hadden (er stond weer wat wind), zetten we koers naar het “baaitje van Mario” om het daar ook nog eens te proberen. Af en toe kwam er nog wel eens een visje boven – voornamelijk bij Leen die met een ultralicht stokje en dito pilkertje een paar mooie kelpgulletjes wist te verleiden. Ook (kleinere) shads deden het er vrij aardig maar we hadden er al beter gevangen.  Anthonie zette stilaan terug koers richting kamp maar we zouden toch nog een ultieme poging wagen rond het vuurtorentje.  Drie deadbaits in het water en mijn visje zag er blijkbaar het lekkerst uit (rook wellicht wat naar lom): een heilbotje van 94 centimeter was ons laatste wapenfeit.

Gewassen, geschoren en de haartjes netjes gekamd – zo waren we klaar om nog eens onder de mensen te komen: afsluitend was er nog de traditionele afscheidsmeeting én de prijsuitreiking voor de langste vis. Bleek dat mijn heilbot van 125 centimeter goed was voor én een foto met Linda én een waardebon van €750,- voor materialen van Penn, Berkley en Spiderwire, plus een trofee en uiteraard eeuwige roem tot in de lengte der dagen. Of ik daar blij mee was?  Reken maar van yes!

Over de terugreis wil ik niet al te veel schrijven, vooral omdat dat saai is en niets met vissen te maken heeft.  Wat lang wachten in Bodø om over te stappen: beetje vervelend. De vlucht van Bergen naar Schiphol kwam vroeger aan dan gepland: leuk!  Maar dat alle (ALLE) bagage gelijk van de band kwam rollen toen we in de hal aankwamen: dat was een dikke kers op de taart!

Hulde en dank alweer aan de “Cordeshians” die alles toch weer tot in de puntjes geregeld kregen. Op weer en wind heb je geen invloed – zélfs Raffie niet – en al de rest is in mijn ogen van een leien dakje verlopen.  Kudos!

Accommodatie Nappstraumen Lofoten >>>

Groetjes Johan
samen met Leen, Anthonie en Melvin.