Nappstraumen 2025
In 2015 trokken we voor de eerste keer naar Nappstraumen met nog flink wat andere groepen op een festival van Cordes Travel. We waren nochtans gewaarschuwd dat dit érg besmettelijk zou kunnen zijn en dat is intussen wel heel duidelijk: het is intussen mijn zesde keer in de wondermooie Lofoten. Twee keer ook Havoysund (en ook dat begint weer te jeuken).
De heenvlucht (vanaf Brussel) is zelden zo kantje-boord geweest als dit jaar: door allerhande fileleed, volzette parkings, voorhistorische toestanden om je extra bagage in orde te krijgen (met pen en papier, jawel) en een overvolle hall voor de veiligheidscontrole die eerder aan een nijdige mierennest deed denken, hebben we een sprintje moeten trekken om de vlucht nog te halen, gelukkig aangemoedigd door “final call for mister Van Ginderen!”. Dat ik niet eens de tijd meer had om mijn riem weer in mijn twee maten te grote broek te steken, moet voor de omstaanders tot groot vermaak geweest zijn – het helpt niet als je broek tot op je knieën afzakt tijdens het lopen 😊
Gelukkig liep de rest van de reis zeer vlot en konden we ’s avonds bij visgids Marius in het busje stappen. Visgids Sibert kwam later nog een praatje maken bij een frisse Isbjorn. Met hem zouden we vrijdag op pad gaan. Eerst nog wel de onovertroffen spaghetti van Peters “tante Patricia” met veel smaak verorberen: er zijn weinig Italiaanse koks die hieraan kunnen tippen. En uiteraard de visspullen in orde brengen.
De hengels werden opgetuigd en kunstaas klaargemaakt Peter en ik waren erg verbaasd dat Anthonie het had weten redden met slechts twee koffers: er zijn middelgrote hengelsportzaken in de Benelux met minder spullen in stock dan wat hij allemaal op tafel kon leggen.
Omwille van de wat mindere voorspellingen besloten we donderdagmorgen na een stevig ontbijt met spek en eieren naar de zuidkant te varen. Qua wind had de noordkant misschien wel gelukt maar daar stonden nog “old waves” dus dan liever niet. Maar aan de zuidkant hebben we ons verre van verveeld: de koolvis was helemaal los. Niet de allergrootsten op een paar flinke knapen na, maar wel massaal. Het werd een flinke workout die we met de noodzakelijke pauzes toch tot ’s avonds hebben weten vol te houden. Kabeljauw kwam er ook uit – ook niet de supergrote exemplaren maar ze zaten flink in het vlees. Eéntje meegenomen voor het avondeten, al de rest zwemt weer met wat pijn in de lip. Uiteraard werd ook dit jaar om een trofee gestreden: Peter zette zich alvast in koppositie voor de trofee van de Lommenkoning (mét gouden kroontje!).
Vrijdag vis(gids)dag! Sibert trok met ons door de befaamde “Glory Hole” om ons geluk aan de noordzijde te gaan beproeven. We hebben het ons niet beklaagd. Begin van de dag was nog een beetje hobbelig maar nagenoeg windstil. Het plan was: eerst aasvis, dan een flink stuk richting het westen “and we fish our way back to camp.” Strak plan.
Je weet dat je een goeie dag gaat hebben als zelfs de beoogde aasvis te belachelijk groot is om in de boot te tillen. Er zaten makrelen bij van boven de vijftig centimeter, die vang je niet dikwijls bij ons in de Noordzee… Sibert parkeerde zich vervolgens een aantal keer recht boven mooie scholen vis, en ook grote kabeljauwen werden gevonden. Alweer niet de superjumbo’s maar ze schurkten toch dikwijls tegen de meter aan.
Jan-Van-Gent (de vogel, niet de zoon van Eduard IV) kwam ook nog even dag zeggen en poseren voor de camera. Helaas buiten het bereik van de lens kwam er ook nog een papegaaiduikertje voorbijgefietst. Tegen de middag was het helemaal opgeklaard en windstil. Nét iets te fris om in t-shirt te gaan vissen maar de jas kon in alle geval open. Héérlijk temperatuurtje, al hadden we het natuurlijk ook lekker warm gekregen van al dat takelen.
Om onze krachten toch wat te sparen hebben we ook de deadbaits te water gelaten een hele dag jiggen tussen de vijftig en tachtig meter diep haalt behoorlijk de jus uit je lijf. Doodaas is dan een prima afwisseling. De heilbot was helaas niet thuis maar op deze montage bijt nog genoeg ander spul: ook hier flinke kabeljauw en de verplichte lom, die Peter nog steviger in het zadel zette.
Na de lunch werd deel twee van het plan ingezet en voeren we van stek tot stek weer naar Nappstraumen Lofoten, vergezeld van twee kabeljauwen die Peter zou omtoveren in verschrikkelijk lekkere kibbeling, met friet én fantastische tartaarsaus. De staartstukken werden lekkerbekjes, nu ja: zeg maar “bekken.” Het mag een klein mirakel heten dat de boot tegen het eind van de week geen halve meter dieper lag met zijn uitbuikende bemanning.
Zaterdag zou het flink minder zijn volgens de plaatselijke Armand Pien (of Jan Pelleboer voor de noorderburen). Volgens mij hadden die dieper in het glas gekeken dan Tom Waes na een avondje stappen want het bleef prachtig weer. Paar graadjes frisser dan vrijdag maar nog steeds héérlijk toeven op de grote plas. Ome Toon was weer kapitein en bracht ons naar rijke visgrond: opnieuw heel mooie kabeljauwen, een haast onuitputtelijke hoeveelheid koolvis en de onvermijdelijke lom voor koning Peter, ik zou het nog vergeten inwrijven! Eens terug in de ingang van ons fjord hielden we nog even halt bij het eilandje om de twee zeearenden nog op een visje te trakteren.
Zondag mochten we nog naar de noord maar wel met de waarschuwing om niet al te ver te gaan: in de namiddag zou het volgens alle voorspellingen gaan regenen en flink waaien. Het was even zoeken waar de vis zich ophield, maar daarna liep het weer vrij aardig: we kregen een aantal sympathieke kabeljauwen op de koffie, en Anthonie kietelde zowaar ook twee (kleinere) lengen.
Om 14:00 trok de wind zoals voorspeld flink aan en pruttelden we op ons gemak weer richting Glory Hole. Daar hebben we nog wat stekken afgespeurd naar heilbot en scholletjes maar alleen wat kleinere kabeljauwtjes en koolvisjes kwamen nog even een frisse neus halen. Lekker warm de Rorbu in en ik ging vroeg naar bed. Jammer want zo heb ik de licht-zonder-klank-show gemist. Gelukkig wist Anthonie heel mooi het poollicht vast te leggen.
Over maandag kunnen we kort zijn: mijn grijs haar is allemaal weggeblazen toen ik mijn neus even buiten stak. Het was afwisselend winderig en koud, zonnig en windstil en dan telkens gevolgd door weer koud met rukwinden, regen en zowaar hagelbollen. Gelukkig is het huis van alle comfort voorzien en werd het een relax dag. Onze ruggen waren er niet écht boos om.
Dinsdag beloofde niet veel beterschap: de wind was iets afgenomen. De bergtoppen aan de overkant waren wit geworden en klappertandden van de kou. Bakje koffie, eitje erbij en dan maar even afwachten: zou het nog beteren?
Intussen hadden we nieuwe buren uit het verre China gekregen. Volgens de visgids zouden Chinese kinderen die onder poollicht verwerkt waren, ook slimme kinderen worden.
We wisten gelijk dat de buren hier niet waren om te vissen. Kort na de middag hoorden we gebrom. Bleek in eerste instantie Peter te zijn die heerlijk aan het snurken was maar we zagen zowaar een bootje voorbij komen. Even aankijken hoe lang het zou duren voor die op zijn stappen terugkeerde. Dat bleek mee te vallen. Ook geen schuimkoppen meer te zien. We besloten om toch nog een poging te wagen richting de zuidkant van het fjord (de noord was uiteraard off limits) en lichtten de visgidsen in. “Tight lines!” kregen we terug.
We hebben het in alle geval geprobeerd tegen beter weten in. Desalniettemin kon Anthonie nog een kneiter van een makreel strikken, Peter kreeg een hele grote steen op zijn platvis-naaigarnituurtje en ik haalde nog iets koraalachtigs van de haak. Na een tweetal uurtjes hielden we het voor bekeken. Bootje aftanken en brandschoon maken (wat we elke dag overigens doen, scheelt heel veel schrobwerk). Inpakken en klaar om woensdag weer weg te wezen.
Na de traditionele pizza nog even met de camera’s naar buiten voor een frisse neus en kijken of er poollicht te zien was. Veel rumoer bij de buren, dus de kans was groot. Terwijl Anthonie en ik de kou trotseerden om aan dat beetje aurora borealis bovenaan de berg (noordwest) vast te leggen, kwam een klein Chinees leger tot op de tanden gewapend met smartphones naar buiten om de wolken in het zuidoosten te kieken. Hopelijk toch slimmere kindertjes binnen negen maanden.
Voor het slapengaan nog wel eerst de officiële uitreiking van de trofee van de Lommenkoning. Zo trots als een aap met twee lullen mocht Peter op de troon zitten.
Geen file op de weg van het kamp naar vliegveld Leknes (7 min. rijden), mooi op tijd in Bodo en rustig een filmpje gekeken op de vlucht naar Oslo. Daar kwamen we nog een groepje Vesteraliens tegen (o.a. Ben – de winnaar van het Vesteralen festival – Coen en Willy). Altijd gezellig 😊
Even moeten wachten op de hengelkoker in Brussel maar verder is alles weer vlot verlopen. Volgende Napp-trip is intussen ook alweer geboekt bij de Cordesians. Skitt fiske!
Johan, Peter en Anthonie
Accommodatie: Nappstraumen Lofoten




















































