Penn Nappstraumen Festival 2015
We varen voor een zeemanspree
over de zoute zee
al gaan er nooit geen vrouwen mee
over de zoute pekelzee
over de zoute zee
Ergens halfweg 2014 sloten vier mannen van zeevissersforum.com een pact om samen een week met Cordes Travel naar het Nappstraumen Penn Festival 2015 te trekken. Vakanties werden aangevraagd en toegezegd, wederhelften werden lief aangekeken en (loze) beloftes gemaakt – “tuurlijk ga ik je missen, lieve schat!” Maar de eerste stap was gezet: Werner aka “Skippie”, eerst aanwezend deckhand en tweede stuurman Peter, kokkie Tim en ondergetekende – ergens tijdens de reis kreeg ik de bijnaam “Chaos Johan” – gingen vis vangen in het hoge Noorden. De nodige materialen aangeschaft, de juiste draad, de perfecte molens, de heftigste hengels… Petjes werden verkregen en verloren, opnieuw gekocht en nog veel sneller opnieuw kwijtgespeeld.
9 september, dag van vertrek en om 8:00 aan de gate in Schiphol.
Twee vluchten en twee busreizen later (de één al wat flexer dan de andere) stonden we dan eindelijk in onze chalets. Inrichting is basic – zeker voor het slaapkamergedeelte, maar living en keuken zijn ruim en gerieflijk. De very late night snack van kokkie Tim was bijzonder welkom, de nachtrust die daarop volgde nog meer. Het door de organisatie zeer vriendelijk geoffreerde bier is zelfs niet meer aangeraakt – kan je nagaan hoe moe we waren.
10 september: een moeilijke start.
En zijn we góed of slecht gezind, over de zoute zee, we worden gedreven door de wind, over de zoute pekelzee, over de zoute zee.
Bij het ochtendgloren konden we pas zien in welk een magnifieke omgeving we zaten. Spek, eitjes en klaar voor de eerste visdag! Afspraak eerst om half tien bij de bootjes om de nodige uitleg te krijgen van Raffie, Linda en de visgids en uiteraard met de hele bende op de foto. En dan als de weerlicht de boot in, fish on! Volle zee was niet mogelijk wegens veel wind en golven, maar binnen het fjord was daar weinig van te merken. Het hoofddoel was natuurlijk een heilbot vangen. Maar bij wijze van opwarmer trapte Werner af met een flinke gul.
Kort daarop kwamen ook bij de Limbroeders vis op de boot, ik hield het voorlopig bij een sneue aasvis. Aanbeten waren er genoeg, maar er werd niet al te veel gehaakt. Tot Tim het nodig vond een heilbot te kietelen: PZZZZZZZZZZZZZZZZZ deed zijn reel. Alle stokken uit het water, de gaf werd al klaargelegd… Gezien de kracht waarmee Tims visje de draad van de spoel trok, mogen we ervan uitgaan dat het een echte kneiter was. Drie kwartier speelden Tim en Peter tag-team, waarna heel onverwacht de sandeel los schoot. FY FAN! Daarna ging de stroming er helemaal uit en werd er nog zonder al te veel succes gevist.
Dan maar even nieuwe krachten opdoen : terug naar het huisje! Dat was overigens wel zéér handig: als je het vissen dan toch even moe wordt, sta je binnen héél acceptabele tijd weer aan het huisje om nieuwe krachten op te doen, te herbronnen en/of weer helemaal Zen te worden. Op de viskaarten die we eerder al van Raffie hadden ontvangen stonden de nodige spots aangeduid (heilbot, gul, koolvis en platvis – elks met een eigen kleur) en zo kon vrij aardig bepaald worden waar naartoe moest worden gevaren. Soepje had goed werk geleverd en we trokken er weer opgewekt op uit.
De juiste stek vinden is één, vis vàngen is wat anders. Maar toch – af en toe kwam er nog wel eens een gulletje uit, maar vaak ondermaats (zijnde geen vijftig centimeter). Telkens werd verkast, wat af en toe wel wat vis opleverde. Tot we plots op de fishfinder een grote wolk langs zagen stuiven : school was uit en iedereen mocht naar huis. Ik had al een bottom-ship met een veren-onderlijn gemonteerd, maar die bracht nu pas soelaas: koolvisjes en véél. Allemaal ondermaats, maar wat een pret, wat een knokkers! Zo kregen we toch de kleuterschool, lagere en middelbare school onder de boot – daarna was het vangen helemaal afgelopen en keerden we terug naar de huisjes. De maatse gul werd gefileerd en chef-de-cuisine Tim monteerde nog een fantasistisk läkkere curry-gul met rijst en brood. Duimen en vingers werden afgelikt, borden werden leeggeveegd. Tijdens de avonduurtjes werd het thuisfront via de nodige sociale media op de hoogte gehouden. Vooraf waren we wel gewaarschuwd dat het internet niet altijd even goed liep, maar daarvoor ontwikkelde onze Tim een speciale wifi-headset.
11 september: personae non-gratae in Gullegem.
We vreten bonen met azijn, over de zoute zee, Het spek is voor de Skippie kapitein, over de zoute pekelzee, over de zoute zee.
9:00 rendez-vous om af te varen, vandaag konden we wel vrolijk buiten gaan spelen. Met een aantal andere boten werd koers naar het noorden gezet, op zoek naar wat meer vis dan gisteren. De heenvaart was niet evident want niettegenstaande we behoorlijk nuchter waren en een héél stevig ontbijtje achter de kiezen hadden, was het weer al vlug heel erg wazig en mistig. Er stonden ook best hoge golven, maar in tegenstelling tot bij ons op de Noordzee zijn ze ook erg lang, wat ze best verteerbaar maakt.
Op de eerste halte bewees Skippie dat je niet mooi moet zijn om vis te vangen: als allereerste noemenswaardige vis van de dag sloeg hij een kabeljauw van 102 cm aan de haak. Wat een prachtig monster – en die vis mocht er ook zijn! Op deze stek werd verder wel wat vis gevangen, maar echt beet zat er niet in. Verkassen dus! De fishfinder gaf de burger moed: scholen en scholen aasvis. En waar aasvis is… De ene vis na de andere kwam naar boven, op de nodige koolvisjes na allemaal grote gul! Hier werden een aantal driften gedaan, die ons belachelijk veel vis opleverden. Het was zelfs in die mate dat de twee visbakken binnen de kortste keren uitpuilden van de vis. Team Robbis Fisk had blijkbaar hetzelfde fenomeen want die moesten desgevraagd ook geen vis meer hebben. Vanaf half twaalf was het dan ook alleen nog maar catch & release wat de klok sloeg, op nog een verloren gelopen koolvis na. We deelden, zoals het in alle sportiviteit hoort, ook visgids Jonathan onze positie mee zodat die boten die met hem mee waren ook nog een berg vis konden vangen.
Rond de middag ging de stroming eruit en kregen we minder aanbeten – maar we bleven wel vis vangen. Jonathan riep om dat hij zou verkassen, maar dat leverde niet erg veel meer extra op. Ook waren de golven echt wel aanzienlijk hoog, zodat zelfs een korte trip de rug van onze Skippie aardig te grazen nam. Peter nam dan maar het roer over, hij had toch niet voor niets zijn vaarbewijs gehaald en loodste ons veilig door de dikke mist. Fenomenaal was het zicht toen we vanuit de open zee de Nappstraumen binnenvaarden : de mist ruimde baan voor een stralende en aangename najaarszon en de golven die menig surfer jaloers maakten, weken voor een echt wel biljartvlakke fjord.
Onze beslissing om er rond half drie een einde aan te breien – zo hadden we nog de mogelijkheid op tijd de massa vis gekuist te krijgen én Skippie nog naar de winkel te sturen achter brood&bier – had als bijkomend voordeel dat we de aanlegsteiger met dito viskuisplaats voor ons alleen hadden. Tim en ik hebben dik anderhalf uur vis gefileerd en Peter zorgde voor het schoonmaken van de filets en de snijtafel: 25 kilo filet was het mooie totaal generaal van vandaag. Slachtafval in het midden van de Nappstraumen gedumpt en dan eindelijk rond half zes aan ons welverdiend middagmaal begonnen, na natuurlijk een zegedrankje op deze machtige dag.
12 september: Follow the guide, please!
En gaan we zuipen op de wal, Over de zoute zee, Ze tappen er bier zo bitter als gal, Over de zoute pekelzee, Over de zoute zee.
Vanmorgen 9:00 afspraak met visgids Jonathan en gelijk koers gezet naar de betere heilbotstekken. Ging goed tot we echt buiten kwamen: door de pittige wind kwamen er nog veel pittiger golven en werd besloten uit te wijken naar een archipelletje waar ook kans op heilbot bestond – alleen : weinig tot geen stroming. Intussen had ikzelf al een paar dikke beten verspeeld, wat the story of my day zou worden. Over de heilbotvangsten kunnen we kort zijn: nada. Niet getreurd, veel meer vis in de zee dan alleen heilbot natuurlijk.
Kort na de middag deed de gids een position switch met een andere boot en volgenden we hem naar open zee. Daar trokken we naar waypoint 35AN – maar daar kwamen we aan tegen doodtij. Toch werd er vis gevangen – paar gullen en een lom door Slim Tim op de Slim Jim. Dan maar weer verkassen – een paar honderd meters terug naar dezelfde stek als waar we gisteren zo goed gevangen hadden. En daar was het voor bijna iedereen raak: gul, gul en nog eens gul – afgewisseld met een sporadische lom. Om wie weet welke reden geraakte ik zelf totaal niet op dreef: geen tikje kreeg ik op allerhande kunstaas terwijl de anderen op de meest exotische soorten kunstaas wel de een na de andere gul wisten aan te tikken.
Op banaanpilkers met of zonder aasvis werd ook goed gevangen – en daarmee zette El Skippitan de maat van 90 cm met een mooi gekleurde gul. De gedachte dat de dagprijs (een mooie groene wedstrijdpin – wear it proud) alweer naar onze Werner zou gaan, was voor iedereen onverdraaglijk en alles werd in de strijd gegooid. Goudvissen zijn Skippie trouwens niet alleen thuis goed bekend – wat een prachtige kleuren!
Tot mijn eigen stomme verbazing kreeg ik dan uiteindelijk ook een loeiharde stomp op de top: “Ne goelleke!” zoals wij in een onbewaakt moment wel eens plegen te roepen. En jawel : Werner mocht afscheid nemen van de wedstrijdpin – een feestbeest van een gul : 93 cm gewassen en geschoren. Banzai! En op dezelfde stek bleef de gul naar boven komen. Op zoek naar aasvis hing ik er onderlijn aan met lichtgevende haken en als verzwaring de bottom ship (zie ook 10/9). Gelijk kwamen er kleine koolvisjes uit, maar toen kreeg ik op een kwartiertje tijd drie harde rammen te verwerken: elke keer touche! Links en rechts van mij ging het minstens zo goed of liever: beter – want op mijn vijfde beet was ik gelijk alles kwijt: kapot oog op mijn hengel en pàts – hoofdlijn over. Gelukkig had ik nog mijn Penn Halibut bij me – wat een fantastisch ding is dat toch! Behalve de Crazy Daisy kan je daar echt alle kunstaas mee vissen vanaf 100 gram ofzo – Crazy Daisy vind ik te zwaar voor deze hengel omdat de top zo lekker soepel is.
Koers gezet naar een andere onderwaterberg – waar wel met redelijk wat “kelp” groeide. Veel vast hangen dus, maar gelukkig kwam er daarna wel veel beter beet in met de komst van de nodige stroming. Gelijk kreeg de vis weer trek in kunstaas : de cutbait die ’s morgens smalend links bleef liggen, werd nu snoeihard aangevallen! Peter ving de een na de andere op de heavy pilk met licht kunstaas – soms zelfs al na drie seconden na touchdown op de bodem. Alom vis in de boot, maar gezien de resultaten van 11/9 was het vooral catch&release over de hele dag – nog meer meebrengen zou zinloos zijn. Team Robby Fish wilde graag onze ‘overschot’ – netjes gefileerde en geproportioneerde haasjes – mee naar huis pakken. Hen scheelde het kuiswerk, ons scheelde het kopzorgen over een te zware koelbox. Win win!
13 september: het Leugenpaleis: paling, pladijs!
Er komt er een orkaan voorbij, Over de zoute zee, Dan is’t gedaan met d’koopvaardij, Over de zoute pekelzee, Over de zoute zee.
Vanmorgen uitgevaren en gelijk gestopt om aasvisjes te vangen. Die waren massaal aanwezig en de eerste koolvisjes kwamen er direct vlot uit, maar op die pluimpjes en pilkertjes waren ook de eerste gulletjes blijkbaar al erg gesteld. Daarbij kwamen er ook een paar makrelen aan boord waar we thuis zeer blij mee zouden zijn. Hier is het aasvis… en die zou gebruikt worden. Doorgevaren om heilbot te zoeken. Dat leverde wel een aantal aanbeten op – wellicht geen heilbot, en voorlopig kwam er geen vis naar boven. Verder gevaren naar diepere stekken op zoek naar koolvis en jawel: ik was mijn wedstrijdbadge kwijt. Peter pakte vanaf 74 meter een hele mooie van 105 centimeter. Tim nam ook nog een paar mooie gullen voor zijn rekening. Skippie zelf had niet zo heel erg veel zin in hard labeur en hield de boot goed op de plaats. Nog een aantal stekken aangedaan, die nagenoeg allemaal gullen naar boven brachten – serieus werk als ze van dieper dan 60 meter komen. Uiteindelijk doorgevaren naar een minder diepe stek, waar het opnieuw gullenbal was – hier ving Peter er zes op een half uurtje. In de vroege namiddag werd besloten terug naar het huisje te varen om de ‘opasoep’ van Werner op te warmen en te eten – een soort gepimpte kippensoep met een goeie dosis groenten en een pak spaghetti. Ork ork ork – deze soep eet je wel degelijk met een vork!
Daarna hebben we Robby uitgewrongen want die hadden ze in bed laten liggen – blijkbaar was de makreel-sashimi die hij tussen pint dertien en veertien had gegeten, niet vers genoeg… Of hij mee mocht bij ons op de boot? Dat spreekt voor zich – iemand moest hem toch’s leren vissen. Onderlijntjes klaargemaakt om dan een namiddagje op pladijs te gaan. Opnieuw was Peter hier de vanger van de dag: zijn eerste pladijs was er een van 53,5 centimeter en de tweede 48. Tim ving vier gullen op zijn wedstrijd pladijsmontage, Robby hield het op twee botten (en een gulletje). Skippie had een bot en ik een hoop materiaalpech – lijn in mekaar, montage in’t water samen met mijn goeie tang, bollood en mijn goesting om te vissen. Mijn armen hingen al van ’s middags op de grond en een middagje dobberen, beetje soezen en wat zeveren en zwanzen stond mij veel meer aan. Werner besloot overigens ook nog de schroef eens deftig te flossen zodat die kraaknet terug aan de eigenaar kan worden bezorgd en zo konden we vrolijk weer richting chalets. Hier hoorde ik van een aantal mensen dat ze in aantallen minder hadden gevangen dan gisteren, maar dat de vis dan weer groter was. Een goeie dag quoi, niet in het minst vanwege de fantastische vidée met gebakken patatjes van Slim Tim die ’s avonds op tafel kwam. Nam!
14 september – Op hete kolen
Dan roepen we Neptunus op, Over de zoute zee, Neptunus laat ons niet vergaan, Over de zoute pekelzee, Over de zoute zee.
Laatste volledige visdag, dus werden we vanmorgen met bezwaard gemoed en Skippie met een zwaar hoofdje wakker. Eerst toch maar de broodnodige boodschappen gedaan, met het idee rond negen uur af te varen. Leuke meevaller: visgids en all-round good egg Jonathan was nog vrij en had zin om met ons mee te gaan (wij zijn dan ook heel gezellige Belgen). Hij stelde mixed fishing voor, met andere woorden toch een paar stekken proberen op heilbot, maar een gulletje of een koolvisje tussendoor zou natuurlijk ook niet misstaan.
Vooral die laatsten hebben het vandaag piercingsgewijs mogen ontgelden: er is koolvis gevangen en hoe… Vraag ons niet hoeveel want na de eerste honderd zijn we gestopt met tellen. Op een van de eerste stekken zaten we rond de zestig meter diepte, maar omdat ik intussen niet meer on speaking terms was met de Crazy Daisy wegens nét iets te lange armen na vier dagen vissen, had ik gekozen voor een simpele sandeal (zwart). Vanwege de kans op koolvis : laten zakken en dan zo hard als mogelijk naar boven brengen. Niks jiggen – veels te vermoeiend – maar zakken en loeihard indraaien. Dat duurde een seconde of tien en bàm! Hangen jonguh! De eerste – overigens mooie grote – koolvis kwam de boot in na geen vijf minuten vissen. Vanaf dan vingen we allemaal koolvis op deze stek, op nagenoeg alle aas kwamen ze naar boven, maar ik meen dat de witte Slim Jim en vooral de sandeels (groene en zwarte) vandaag tot meest verwoestende kunstaasjes behoorden. Na een wild halfuurtje stelde Jonathan voor een andere stek uit te proberen waar zowel kans op heilbot als op andere vis was. Verkast en geprobeerd, maar hier kwam niet veel naar boven. Daarom niet getreurd: stekken genoeg – wegwezen dus. Wegens het biljartglad zeetje en een toch iets te kort nachtje was ik achteraan de boot stilaan ingedommeld tot Peter riep: orka’s! Laat dat – behalve het poollicht – een van de andere redenen zijn dat ik graag naar hier wilde komen. Machtig gezicht hoe ze uit het water sprongen!
Later op de dag zou Ignace van de Gentse Zeeduivels nog omroepen : “Raffie, tellen orka’s mee als grootst gevangen vis?” Bleek dat een orka op twee meter van hun boot goeiedag was komen zeggen. Ja moat! Volgens mij hebben we nog twee stekken aangedaan, waarbij vooral de laatste stek een harde one-hundred and eighty was. Af en toe zat er nog wel een lom tussen, of een sporadische gul – maar vandaag waren het de coole koolvissen die met de verkeerde kant van het water kennis leerden maken. De drift op de laatste stek was twee kilometer lang. Ik denk niet dat ik overdrijf door te stellen dat 80% van alle gegooide kunstaasjes vis opleverden. Peter zou hierbij dikke aanspraak maken op de dagwinstbadge door een prachtbeest van 116 centimeter – daarnaast ving hij ook nog eens twee meter + vissen. Hij zat duidelijk op de beste plek van de boot… Zelf slaagde ik erin om de Slim Jim drie keer tot op 80 meter te kunnen laten zakken om de bodem te raken en een anderhalve meter later een gul te haken. Ik kan sinds vandaag rechtstaand mijn veters knopen. Maar blijkbaar waren niet alleen mijn armen vermoeid… Hier was het net als met een avondje op café: “Zijn we weg, of doen we nog ééntje? Ach goed dan, de voorlaatste dan…” Rond vijf uur werd uiteindelijk toch weer koers gezet naar het huisje, maar eerst hield onze gids halt bij een eilandje waar we twee zeearenden konden zien.
Vlak daarachter lag nog een van onze medevissers oog in oog met een paar springende bruinvissen – of waren het grienden? Vanavond stond Pepes Pizza op het programma in Leknes– zij serveren een soort mini-pizza die kleiner is dan Peters scholletje van de dag ervoor (40 cm doorsnee) – niet dus, wat waren die dingen groot! En lekker! En groot! En lekker! En groot! Ik denk niet dat er één iemand zijn pizza opgekregen heeft – no worries, de overschot ging mee naar huis. Terug aan de huisjes gingen wij gelijk slapen (je bent topsporter of niet) – jammer genoeg ging het prachtige schouwspel buiten compleet aan ons voorbij: waanzinnig poollicht! Dat hadden we de hele week al gezien bij helder weer ’s nachts, maar deze avond moet het enorm geweest zijn.
15 september #1 – End Game?
De zee is diep, de zee is doof, Over de zoute zee, Ze luistert naar geen bijgeloof, Over de zoute pekelzee, Over de zoute zee.
Aan alle liedjes komt een eind, ook aan de mooie. Maar om zo lang mogelijk te kunnen zingen, stonden we lekker vroeg op – Skippie had wel wat muzikale motivatie van Stevie Ray Vaughn en Nicole & Hugo nodig om uit zijn bedje te komen. Zeven uur scherp ging de boot weer de haven uit en zetten we koers naar een spot waar we eerder deze week bijzonder leuk gul gevangen heb. Daar ging het vandaag niet direct zo fel als van de week, maar toch kwam er vis de boot in. Catch & release doen we zoals gezegd al sinds de derde. Toen zei Peter plots: “Ik heb een heilbot die mijn sandeal aan het volgen is.” Gelijk gaan kijken – het was geen grote, maar we konden hem wel duidelijk zien. Drie keer volgde hij Peters shadje, maar toehappen was er jammer genoeg niet bij. Balen natuurlijk – vooral voor Peter, maar we hadden in alle geval nu wel een heilbot van kortbij gezien.
Skippie bracht ons daarna telkenmale naar de goeie stekken en ik mocht zelf mijn eerste metervis (108 centimeter) de boot inhijsen. Hier die wedstrijdbadge!
Dom genoeg ging de kieuwgreep niet helemaal zoals het in de boekjes beschreven staat en kreeg ik van Peter een pleistertje op mijn ringvinger. Het helpt als je kan vissen natuurlijk…
Een tijdje daarna verder gevaren naar de 35AN waar we ook al leuk gevist hadden, met de bedoeling om nog een paar koolvissen te vangen. Daarbij ging het lekker diep en binnen de kortste keren kwamen de eerste… gullen naar boven. Verder driftend kregen we toch harde aanbeten en daarmee dus ook koolvis. Gelijk mooie formaten, maar geen joekels meer zoals gisteren. Maar evengoed zat er gul tussen. Tegen twee uur kwam de allerlaatste festivalvis vanaf honderd meter naar boven op de witte Slim Jim, die nogmaals zijn vangcapaciteiten bewezen heeft (dat ding ziet er intussen meer afgekloven uit dan een lege maïskolf).
Terug naar de huisjes waarbij Peter de boot een finale grote beurt gaf. Materiaal ingepakt, boot volgetankt en de eindrekening bij de visgids gaan halen.
15 september #2 – Afsluiter
Als we voor eeuwig zijn vergaan, Over de zoute zee, Dan komen we in de hemel aan, Over de zoute pekelzee, Over de zoute zee.
De overschot van Pepes pizza was verteerd, het avondmaal – voor zover nog nodig – was ook op en we moesten rond 8:00 verzamelen met de hele groep aan het huisje van Raffie, Linda, Maus en Leo. Paar huishoudelijke mededelingen en toen kwam de prijsuitreiking: het brons ging naar Maikel van Beers met een mooie gul van 116 cm. Peters koolvis was even groot – maar gevangen met de visgids aan boord en telde dus niet mee. Dat maakt het plezier er niet minder om en het weze Maikel echt van harte gegund!
Tweede prijs ging naar Geert Dubois uit de stal van Team Robby Fish met een vis van 118 centimeter als ik me niet vergis. Voor de Nederlanders zat de titels er ook mathematisch niet meer in want de hoofdprijs ging naar Robby Florus zelf, met een gul van – hou u vast aan de takken van de mast – 124 centimeter. Het moge duidelijk zijn dat we hem op één middag blijkbaar toch goed hebben uitgelegd hoe je moet vissen. Zijn welverdiende prijs (Penn Regiment Halibut) gaf hij aan Janus, de enige visser die het met een huurhengel had moeten doen. Respect!
Nog beetje napraten met de hele bende, wat biertjes (Utepi(l)s) erbij en vooral hard gelachen. Tot het donker werd en er weer een vleugje poollicht te zien was. Leuk, maar niks nieuws – dachten we eerst. Toen ging het plots hard: de lichtgroene gloed ging over in een felgroene – zo fel dat die zelfs in het water weerspiegelde – en het leek wel alsof die over het firmament stroomde. Boven onze hoofden werd die dan ook nog eens geel, oranje en rood en ging het furieus tekeer. Ik kreeg het zelf voor geen meter op foto – maar Peter Posthumus heeft veel meer verstand van fotografie. Ik mag bij deze graag zijn foto hieronder gebruiken. De woorden van Raffie: “Dit maak je misschien één keer in je leven mee! Zo fel hebben we het nog nooit gehad en dan moet je weten dat er mensen zijn die duizenden euro’s betalen om een vleug poollicht te zien. Hier bij Cordes Travels krijg je het er gratis en voor niks bij.” Adembenemend, een ander woord vind ik niet. Na een (toch wel behoorlijke) poos werd het allemaal weer wat minder en zochten we alsnog onze bedjes op – de wekker stond om 3:30, busje werd verwacht rond 4:30…
16 september : Adjø!
We krijgen er onze laatste pree, Over de zoute zee, En zuipen met Neptunus mee, Over de zoute pekelzee, Over de zoute zee.
Busje was ietsje later dan verwacht, maar wel met een uitgeslapen en goedgezinde chauffeur. Binnen no time lag de bagage waar ze moest liggen en reden we naar de luchthaven. Toch een rit van ongeveer drie en half uur, dus tijd genoeg om nog wat te mijmeren over de voorbije week… Enorm veel vis gevangen, vrienden gemaakt en genoten van de algemene kameraadschap tout-court – competitiviteit heb ik eigenlijk niet ervaren (of toch niet als het over de visserij ging)… Poollicht gezien, zeearenden, dolfijnen en zowaar orka’s!! Een eland zou het helemaal mooi maken – en kijk, sprint er toch wel eentje weg vlak naast de bus! Die kan ook alweer van de bucket list. Zijn we verwend geweest of niet!?
Dat was het dan, ik denk dat we van een belachelijk goed geslaagde week mogen spreken: goed gezelschap, goede organisatie – bedankt Linda en Raffie voor de organisatie, maar uiteraard ook Leo en Maus voor de bijkomende tips en tricks. Ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat dit nog wel eens dunnetjes zal worden overgedaan… Nu weer thuis met de zak vuile was, een grote bak vis en een enorm vat vol stoere verhalen…
Johan Van Ginderen – http://www.zeevissersforum.com
Voor het liedje bij de lyrics: niemand minder dan het Bitter Zeemanslied van Antwerpens trots, Wannes Van De Velde!